Olga Commandeur van Nederland in beweging: ‘Blijf je spieren uitdagen!’
Olga Commandeur, vroeger topatlete en bekend geworden van het dagelijkse tv-programma ‘Nederland in beweging!’, is een van de sprekers op de Pensioeninspiratiedag. We spraken haar over haar programma en over het belang van bewegen. ‘Je benen kunnen je overal brengen. Blijf die dus vooral trainen.’
De meeste mensen zullen Olga Commandeur (65) kennen van haar aanstekelijke presentatie van het tv-programma ‘Nederland in beweging!’ van omroep Max. Voor veel kijkers was het dagelijks routine om de dag te beginnen met haar rondje ochtendgymnastiek. Daarvoor, tussen 1975 en 1985, was Olga topatlete en zette ze verschillende Nederlandse recordtijden en zelfs een wereldrecord neer. Ze is opgeleid als ‘gymjuf’, zoals ze het zelf noemt, en zet zich sinds 2008 met haar eigen bedrijf in voor de promotie van bewegen.
Hoe ben je als topsporter en gymjuf in de televisiewereld beland?
‘In 1984, het jaar van de Olympische Spelen in Los Angeles, werd ik gevraagd als invaller voor het radioprogramma NOS Sportief. Daarin werden elke ochtend oefeningen gegeven voor een bepaalde sport: lopen, fietsen, schaatsen, roeien. Uiteindelijk heb ik dat zeven jaar gedaan. Pas in 2000, toen de NOC/NSF campagne ‘Breng Nederland in Beweging’ vijf jaar bestond, werd ik gevraagd om auditie te doen voor het tv-programma dat toen werd gelanceerd.’
Vorig jaar ben je na 23 jaar gestopt. Waarom?
‘Door wat fysieke klachten. Maar vooral ook omdat ik wat meer tijd vrij wil maken om te reizen en andere leuke dingen te doen met mijn man. Hij is nu met vervroegd pensioen. Ik vind het een luxe om soms ‘nee’ te verkopen bij een verzoek om ergens een sessie te geven of een bewegingsweek te openen ofzo. Tot nu toe paste ik mijn agenda aan de aanvragen aan, nu doe ik dat andersom.’
Hoe kijk je terug op ‘Nederland in beweging!’?
‘Ik heb het al die jaren heel leuk gevonden om te doen. Tot 2007 presenteerde ik het programma samen met Karl Noten, daarna met Duco Bauwens. Oefeningen voordoen op tv is een vak apart. Je moet alles in korte tijd uitleggen en altijd net voor de tel uit spreken. Dat heb ik echt onder de knie moeten krijgen. Als ik nu beelden terugzie van de eerste periode, dan krijg ik kromme tenen (lachend). Maar we zijn er heel erg in gegroeid. Ook de opnames werden steeds efficiënter. Eerst namen we vijf afleveringen per dag op. Op het laatst werden dit acht afleveringen en stond het hele jaar er in zes studiodagen op. Maar dan ben je ook wel kapot na afloop.’
Jouw voornaamste doel is om mensen van de bank af te krijgen. Waarom is bewegen zo belangrijk?
‘Minder zitten geeft al veel gezondheidswinst. Mensen met zittende beroepen zouden ieder halfuur even moeten opstaan en wat lopen. En vooral ook ouderen moeten in beweging blijven. Je spieren vernieuwen zich elke drie maanden. “Use it or lose it!’, zeg ik vaak. Blijf je spieren uitdagen! Het is tot op hoge leeftijd mogelijk om nieuwe vaardigheden bij te leren.’
Wat raad jij ouderen meestal aan op dat vlak?
‘Ik wijs mensen op het belang en de achtergrond van een actieve houding: kin naar binnen alsof je verbaasd kijkt, je buik- en rugspieren aanspannen, schouders naar achteren. Die houding geeft je meer zelfvertrouwen en je voorkomt er valpartijen mee.’
Veel mensen vinden het lastig om regelmatig te bewegen. Hoe kun je dat doorbreken?
‘Kijk vooral naar waar jij gelukkig van wordt en steek daar energie in. Stel het niet uit. Je weet nooit hoe dingen lopen en straks kan het misschien niet meer. Ouderen adviseer ik vaak om vooral je benen te blijven trainen. Je benen kunnen je overal brengen. Het helpt om samen met iemand anders iets te ondernemen. Zoek een beweegmaatje, of neem een hondje. Dan moet je zeker verplicht elke dag wandelen.’
Je komt ook naar de Pensioeninspiratiedag. Wat ga je daar doen?
‘Ik ga mensen laten voelen wat een verschil het maakt wanneer je een actieve lichaamshouding aanneemt. Vooral fysiek, maar ook mentaal. Door mensen te laten meedenken en meevoelen, hoop ik verschillende eyeopeners te kunnen delen. Zelfs al zit je in een theaterstoel, dan nog krijg ik je in beweging, let maar op!’